Ons werk

In de wijk rondom het Koning Willem-Alexanderplein in Velp ontstond onrust over het plan van de gemeente Rheden om hier een waterberging en een buurtspeelplaats te realiseren. Hoewel een ontwerpgroep en een kinderpanel waren opgezet om het plan te verfijnen, bleven de meningen in de wijk sterk verdeeld. Voorstanders zagen de speelvoorziening als een waardevolle toevoeging voor de buurt. Maar tegenstanders vreesden voor overlast en de impact op hun woonomgeving. 

Onze opdracht: onafhankelijke mediation 

Om de impasse te doorbreken en de rust in de wijk te herstellen, besloot de gemeenteraad een onafhankelijke mediator in te schakelen. Bureau voor Omgevingsmanagement kreeg de opdracht om de standpunten van bewoners en betrokken partijen te analyseren en de gesprekken in goede banen te leiden. Ons doel was om te onderzoeken of er een oplossing mogelijk was die voor zoveel mogelijk partijen acceptabel zou zijn. En daarmee de sfeer in de wijk zou verbeteren.

Onze aanpak: in gesprek met de buurt 

We begonnen met individuele gesprekken met verschillende groepen bewoners. Zo spraken wij met ouders uit het kinderpanel, leden van de ontwerpgroep en vertegenwoordigers van de bezwaarmakers. Hierdoor kregen we een helder beeld van de zorgen en wensen die speelden in de wijk. 

Vervolgens organiseerden we een schetssessie waarin bewoners samen met de gemeente en ontwerpers mogelijke aanpassingen verkenden. Door gezamenlijk opties uit te werken, werd het makkelijker om tot een compromis te komen. Daarnaast hielden we een dialoogavond voor direct omwonenden, waarin ruimte was om zorgen en oplossingen te bespreken. Door deze persoonlijke gesprekken en groepsbijeenkomsten groeide het wederzijds begrip tussen voor- en tegenstanders. 

Draagvlak voor de speelplaats 

Door de gesprekken en gezamenlijke verkenningen ontstond een compromis over de speelvoorziening en de waterberging. Het compromis wordt door alle gesprekspartners naar hun achterban verdedigd.  Dankzij een zorgvuldig en neutraal mediationproces kon een oplossing worden gevonden waar de meeste bewoners zich in kunnen vinden. 

De wijk Schaapsdrift in Arnhem staat aan de vooravond van een grote transformatie. Met 450 nieuwe woningen en 5.000 m² aan werkruimtes en voorzieningen krijgt het gebied een nieuwe invulling. Dit biedt kansen voor een duurzame stadsontwikkeling, maar roept ook vragen op. Hoe zorgen we voor een soepele overgang? Wat betekent dit voor bewoners en ondernemers? En hoe wordt het proces zorgvuldig en realistisch vormgegeven?

Onze rol in het proces

Bij de start van het traject ontstond onrust in de omgeving. Bewoners en ondernemers maakten zich zorgen over de plannen voor sloop en herontwikkeling. Bureau voor Omgevingsmanagement werd ingeschakeld om de participatie, communicatie en het omgevingsmanagement op te zetten en uit te voeren. Ook zijn wij gevraagd om tijdelijk de projectleiding op ons te nemen. Dit betekende dat we niet alleen de dialoog faciliteerden, maar ook zorgden voor een duidelijke structuur en voortgang in het proces. We brachten belangen en zorgen in kaart, stemden af met belanghebbenden, bewaakten de planning en organiseerden de uitvoering om het proces werkbaar en haalbaar te houden en heldere afspraken te maken tussen alle betrokken partijen.

In gesprek met de omgeving

We ontwikkelden een plan van aanpak voor participatie en communicatie en gingen in gesprek met bewoners, ondernemers en andere belanghebbenden. In een reeks dialoogsessies brachten we wensen en zorgen in kaart. Dit heeft geleid tot aanpassingen in het plan. Meer bestaande bebouwing blijft behouden en er is extra aandacht voor groenvoorziening en verkeersveiligheid. Tegelijkertijd bewaakten we de samenhang tussen participatie en de voortgang van het project, zodat zowel de omgeving als de projectplanning recht werd gedaan.

Vervolgstappen in de planvorming en besluitvorming

De gesprekken hebben geholpen om inzichten te verdiepen en verschillende belangen beter te verankeren in het plan. Waar aanvankelijk veel weerstand was, is nu meer ruimte voor dialoog en constructieve samenwerking. Tegelijkertijd blijven er nog belangrijke vraagstukken, zoals uitvoering van de plannen en de uitwerking van de fasering. Dit vraagt om een zorgvuldige aanpak in de komende periode. Binnen de projectleiding ligt de focus op het bewaken van de planning en het afstemmen van vervolgstappen, zodat het proces in goede banen blijft.

Naar verwachting neemt de gemeenteraad in mei 2025 een besluit over het omgevingsplan. Tot die tijd wordt verder gewerkt aan de afstemming met betrokkenen en de vervolgstappen in het proces. Het blijft een traject waarin participatie, omgevingsmanagement en communicatie samenkomen om de transformatie van Schaapsdrift en omgeving zorgvuldig vorm te geven.

De toekomst van de kerklocatie in Presikhaaf 3, Arnhem, staat ter discussie. De gemeente Arnhem heeft Bureau voor Omgevingsmanagement gevraagd om als onafhankelijke gespreksleider de haalbaarheidsstudie te begeleiden. 

Drie gebouwen met uitdagingen

De kerklocatie bestaat uit drie onderdelen: de Nicolaaskerk, een schoolgebouw en Muziekcentrum Quatro Musica. Elk van deze gebouwen vervult een maatschappelijke rol, maar kent tegelijkertijd uitdagingen. De Nicolaaskerk is een wederopbouwkerk met kenmerken van de Bossche School en wordt volop gebruikt voor religieuze bijeenkomsten. Tegelijkertijd verkeert het gebouw in matige bouwkundige staat en staat het op de nominatie voor sloop. Het schoolgebouw wordt tot 2026 gebruikt voor speciaal onderwijs en kan daarna mogelijk een nieuwe functie krijgen. Het muziekcentrum heeft dringend renovatie nodig, maar de financiële haalbaarheid hiervan is onzeker.

Juridische en financiële vraagstukken

Naast de technische staat van de gebouwen spelen er ook juridische en financiële vraagstukken. De locatie heeft een groene bestemming, wat consequenties heeft voor mogelijke ontwikkelingen. De gemeente wil maatschappelijke organisaties in de wijk behouden en voorzien van betaalbare huisvesting, maar deze partijen hebben beperkte financiële draagkracht. De scenario’s moeten daarom niet alleen ruimtelijk en programmatisch haalbaar zijn, maar ook financieel verantwoord. Dit maakt het dossier politiek gevoelig, omdat de wens vanuit de wijk is om de kerk en voorzieningen te behouden, terwijl de locatie een groene bestemming heeft.

Onze rol: een zorgvuldig participatieproces

Bureau voor Omgevingsmanagement begeleidt het participatieproces rondom deze haalbaarheidsstudie. We starten met een brede verkenning van de belangen en standpunten van gebruikers, omwonenden en andere betrokken partijen. Vervolgens organiseren we drie bijeenkomsten waarin informatie-uitwisseling en scenario’s centraal staan, aangevuld met een afzonderlijke bijeenkomst specifiek voor omwonenden.

Naar een breed gedragen besluit

Met deze aanpak helpen we de gemeente Arnhem bij het nemen van een goed onderbouwd besluit over de toekomst van de kerklocatie. Door een zorgvuldige afstemming tussen verschillende belanghebbenden zorgen we voor een transparant proces en een zo breed mogelijk gedragen oplossing voor de toekomst van deze bijzondere plek in Presikhaaf 3.

Soms zijn projecten zo groots en complex dat ze alleen slagen als alle betrokkenen samen optrekken. De gebiedsontwikkeling van de spoorzone in Veenendaal is zo’n project. Een transformatie met impact, die vraagt om doordachte samenwerking, strategische keuzes en een omgeving waarin alle stemmen worden gehoord. Wij zijn trots dat we als Bureau voor omgevingsmanagement onze expertise mogen inzetten om deze ambitie werkelijkheid te laten worden.

Een cruciale opgave voor de toekomst van Veenendaal

De spoorzone van Veenendaal vormt de sleutel tot een toekomstbestendige stedelijke ontwikkeling. In de komende 15 jaar zal dit gebied veranderen in een hoogwaardige, veelzijdige woon-, werk- en leefomgeving. Met 3.500 nieuwe woningen en de bijbehorende infrastructuur, openbare ruimte en voorzieningen, ontstaat hier een stedelijk gebied dat aansluit op de groeiende behoefte aan betaalbare en duurzame woonruimte in de regio FoodValley.

Maar deze ontwikkeling komt niet zonder uitdagingen. De verschillende deelgebieden vragen om een integrale benadering, waarbij ruimtelijke, sociale en economische vraagstukken samenkomen. Er is een zorgvuldig evenwicht nodig tussen ambitie en haalbaarheid, tussen belangen van overheden, ontwikkelaars en inwoners, en tussen de toekomstvisie en de dagelijkse realiteit van mensen die in het gebied wonen en werken.

Omgevingsmanagement als verbindende schakel

Een project van deze omvang vraagt om een programmatische aanpak waarin omgevingsmanagement een sleutelrol speelt. Hoe betrekken we bewoners en belanghebbenden op een manier die verder gaat dan informeren? Hoe zorgen we ervoor dat het programma wendbaar blijft, zonder de lange termijn uit het oog te verliezen? Hoe bouwen we aan vertrouwen in een veranderende omgeving?

Dit zijn precies de vraagstukken waarin wij ons thuis voelen. Ons team brengt de strategische scherpte, proceskennis en menselijke benadering die nodig zijn om belangen te verbinden en samenwerkingsverbanden te smeden. We zorgen ervoor dat communicatie en participatie geen bijzaak zijn, maar een fundament onder de ontwikkeling van de spoorzone. Door een zorgvuldige krachtenveldanalyse, een doordacht communicatie- en participatieplan en een netwerkgerichte aanpak creëren we draagvlak en versterken we de samenwerking tussen publieke en private partijen.

Vooruitkijken met Veenendaal

We kijken ernaar uit om samen met de gemeente Veenendaal en alle betrokkenen te werken aan de Spoorzone. De komende maanden duiken we in de dynamiek van het gebied, brengen we belangen in kaart en bouwen we aan een stevig fundament voor omgevingsmanagement, communicatie en participatie binnen dit programma.

Het Rijksvastgoedbedrijf heeft Bureau voor Omgevingsmanagement gevraagd om de strategische lijnen voor omgevingsmanagement en participatie verder uit te werken en te vertalen naar een concreet uitvoeringsplan. Met onze aanpak zorgen we voor een gestructureerde aanpak waarbij belangen in kaart worden gebracht, verwachtingen helder worden gemanaged en betrokkenen actief worden meegenomen in het proces.

Om deze uitdaging aan te gaan, werken we aan een Strategisch Omgevingsmanagement (SOM)-plan en een Participatie- en Communicatieplan. Het SOM-plan richt zich op het verbinden van belangen, het signaleren van risico’s en het creëren van draagvlak. Het participatie- en communicatieplan zorgt ervoor dat stakeholders op een transparante manier worden geïnformeerd en betrokken. Door bijeenkomsten, werkgroepen en open communicatie stimuleren we een constructieve dialoog tussen Defensie, het Rijksvastgoedbedrijf en de omgeving.

Zo gaan we ervoor zorgen dat strategisch omgevingsmanagement en participatie bijdragen aan het behalen van de projectdoelen, het voorkomen van vertragingen en het creëren van draagvlak. Onze inzet is om dit project een voorbeeld te laten zijn van hoe Defensie samen met de omgeving opereert, wat bijdraagt aan vertrouwen bij het publiek.

De gemeente ’s-Hertogenbosch werkt aan een toekomstbestendig pakket aan mobiliteitsmaatregelen voor de oostzijde van de gemeente (ten oosten van de A2 en ten noorden van de A59). Dit pakket moet niet alleen de verkeersknelpunten aanpakken, maar ook bijdragen aan een veilige en goed bereikbare leefomgeving. Het nieuwe feit dat de verbreding van de A2 is gepauzeerd, gecombineerd met de knelpunten die er nu al zijn én de woningbouw in De Groote Wielen zijn aanleiding om (opnieuw) met elkaar in gesprek te gaan.

De gemeente vroeg ons om het omgevingsproces te begeleiden. In de komende periode gaan we in gesprek met bewoners, ondernemers en andere belanghebbenden om hun ervaringen en ideeën op te halen. We kijken samen naar wat er nodig is om veilig en prettig te kunnen reizen, welke maatregelen wenselijk zijn en waar zorgen of knelpunten zitten. Door de inzichten van bewoners en gebruikers te combineren met de expertise van mobiliteitsdeskundigen, werken we toe naar een evenwichtig en onderbouwd advies dat niet alleen technisch uitvoerbaar is, maar ook aansluit bij de manier waarop mensen zich in dit gebied willen verplaatsen.

Twee van onze omgevingsmanagers ontwikkelen een omgevingsproces om te komen tot een pakket mobiliteitsmaatregelen dat technisch uitvoerbaar is én rekening houdt met de belangen en zorgen van de omgeving. We starten met een omgevingsanalyse om te bepalen welke belden er leven en wie we bij de gesprekken willen betrekken. We ontwerpen, organiseren en begeleiden vijf rondes omgevingsdialogen, afgewisseld met expertsessies. Hierin verkennen we de mogelijkheden, toetsen we ideeën en brengen we in kaart welke maatregelen kansrijk zijn. Na iedere omgevingsdialoog doen we verslag in een digitaal magazine waarin alle stappen en overwegingen op een rij staan.