Flexwoningen

Blog | Tijd voor bestuurlijke ruggengraat, deel 1: over het omgaan met weerstand tegen flexwonen

Door Bureau voor Omgevingsmanagement.  

Buurt brandt wethouder af om flexwoningen”, “Protesten tegen komst AZC; bijeenkomst voortijdig beëindigd” of “Plan voor huisvesting van 400 arbeidsmigranten kan prullenbak in na weerstand buurt”. Het zijn slechts enkele van de tientallen krantenkoppen die de afgelopen tijd de krant (ont)sierden. Als je maar hard genoeg schreeuwt, krijg je je zin? In dit drieluik laten we op verschillende thema’s zien wat je kunt doen om het nog wél voor elkaar te krijgen. Vandaag deel 1, over flexwonen.

Flexwonen is geen luxeproduct. Het is geen ideologisch speeltje of beleidsmatige innovatie voor de liefhebbers. Flexwonen is een noodrem. Voor de leraar zonder vast contract, de statushouder die maanden in een opvangcentrum wacht, de jongere die wel belasting betaalt maar geen kans maakt op een woning. We weten dit allemaal. En tóch stranden flexwoonprojecten massaal op dezelfde klippen: weerstand uit de buurt, politiek koudwatervrees en stroperige besluitvorming. 

Het is tijd om eerlijk te zijn: het poldermodel piept en kraakt. De belofte van de participatiesamenleving was mooi. Maar wie alleen probeert te besturen met draagvlak als absolute voorwaarde, bestuurt uiteindelijk niet. Het draagvlak moet niet vooraf, maar tijdens het proces groeien. Dat vraagt om lef, duidelijkheid en – ja – een rechte rug.   

Van container naar community

Flexwoningen zijn allang geen containers meer. Ze zijn degelijk, verplaatsbaar, snel te realiseren en precies wat we nodig hebben als de woningmarkt verstopt zit. Ze bieden rust in tijden van chaos, kansen in tijden van tekorten. Maar dat verhaal komt vaak niet aan. Want wat horen omwonenden? “Onbegrepen gedrag”, “statushouders”, “tijdelijk project”. We voeden hun angst met vage termen en jargon. En dan zijn we verbaasd dat weerstand groeit? 

Benoem wat je doet, voor wie je het doet, en vooral waarom. Niet achteraf, maar op het moment dat het ertoe doet. Goed sociaal beheer, een herkenbaar aanspreekpunt, een concreet eindmoment: dát zijn de echte geruststellers. Niet de papieren folders en gladde bijeenkomsten, maar de menselijke maat. 

Stop met pleasegedrag 

Wie iedereen wil pleasen, komt nergens. Besturen is keuzes maken – ook als ze moeilijk liggen. 100% draagvlak is een mythe, zeker bij projecten voor kwetsbare doelgroepen. En dat hoeft ook niet. Wat we wél kunnen bereiken, is wederzijds begrip. Niet iedereen hoeft enthousiast te zijn. Maar als je als gemeente duidelijk maakt waarom je doet wat je doet – en dat volhoudt – ontstaat er ruimte. Ruimte voor gesprek, voor aanpassing, voor gezamenlijke zorg. 

Daarvoor is standvastigheid nodig. Bestuurders die ook na een kritische raadsvergadering, een emotionele bewonersavond of een pittig opiniestuk in de krant blijven staan voor hun plan. Die niet gaan schuiven als het moeilijk wordt, maar die uitleggen waarom dit project nú nodig is. En dat met overtuiging blijven herhalen. 

Flex is het nieuwe normaal 

De woningnood is geen tijdelijk probleem. Dus waarom zouden we tijdelijke huisvesting blijven framen als uitzondering? Laten we stoppen met het behandelen van flexwonen als plan B. De mix waarin verschillende doelgroepen samenwonen is geen compromis, maar een kans. Een kans op wederzijdse steun, op nieuwe sociale verbanden, op een inclusieve samenleving waarin mensen elkaar leren kennen in plaats van vrezen. Maar dan moet je het wel goed doen. Niet alleen investeren in de woningen, maar ook in het sociaal beheer. Niet alleen in stenen, maar in verhalen. Laat bewoners elkaar ontmoeten, geef ruimte voor een lunchtafel, een koffiehoek, een klusdag. Hoe gewoner het leven in een flexwoonproject voelt, hoe sneller de angel uit de weerstand verdwijnt. 

Omdenken is de sleutel

Flexwonen is geen dreiging. Het is een oplossing. Niet voor alles, maar wel voor veel. In plaats van defensief reageren op weerstand, kunnen we leren om proactief te werken aan vertrouwen. Niet door te sussen, maar door serieus te luisteren. Niet door alles open te laten, maar door kaders helder te stellen. En niet door uit te stellen tot na de verkiezingen, maar door te doen wat nodig is. 

De vraag is niet óf er weerstand komt. De vraag is: hoe gaan we ermee om? De beste antwoorden komen van bestuurders, projectleiders en omgevingsmanagers die durven kiezen, durven communiceren en durven verbinden. Voor die mensen is flexwonen geen hoofdpijndossier, maar een kans op échte verandering. Let’s go!

Wil je in contact komen met één van onze professionals voor meer inzichten over dit onderwerp?

Neem contact op via: info@omgevingsmanagement.nl

Neem contact op

omgevingsmanagement

Contact

Bel of mail ons. We staan je graag te woord.